Alfons Vanheusden, W. Hays Parks
& William H. Boothby
Summary – The Use of Expanding Bullets in Military Operations: Examining the Kampala Consensus
The first Review Conference of the International Criminal Court
(convened in Kampala) adopted Resolution RC/Res.5, amending Article
8 of the Rome Statute, by inter alia bringing within the jurisdiction
of the Court the war crime of employing expanding bullets in armed
conflicts not of an international character. The Review Conference
understood that the crime of employing expanding bullets as reflected
in the newly adopted Article 8, paragraph 2 (e) (xv), is ‘committed only
if the perpetrator employs the bullets to uselessly aggravate suffering
or the wounding effect upon the target of such bullets, as reflected in
customary international law’. This contribution looks into the question
whether the Review Conference hereby closed a controversy pertaining
to the use of expanding bullets in military operations.
The contribution explains that overlaps between law enforcement and
the conduct of hostilities exist and that operations conducted in the
context of an armed conflict by military counterterrorist units may take
place in such an overlapping situation. In Kampala it seems to have
been confirmed that the authorization to use expanding bullets during
an armed conflict in specific situations may go beyond their use in pure
law enforcement situations. The authors agree that one cannot regard
the use of an expanding bullet in armed conflict as uselessly aggravating
suffering or the wounding effect if this use enhances the protection of
civilians. From the wording of the prohibition it is however clear that
expanding bullets shall never be the standard ammunition of State
armed forces, but the use of expanding ammunition would be limited
to exceptional circumstances which justify pre-planned specific modi
operandi. The authors conclude with various observations on the status
of the Resolution RC/Res.5 and on the interpretation and entry into
force of the First Amendment to the Rome Statute.
Résumé – L’utilisation des balles à expansion dans les opérations militaires : examen du consensus de Kampala
La première Conférence de révision de la Cour Pénale Internationale
(convoquée à Kampala) permis l’adoption de la Résolution RC/Res.5,
amendant l’article 8 du Statut de Rome, notamment en plaçant le crime
de guerre qui consiste à utiliser des balles à expansion dans les conflits
armés n’ayant pas un caractère international sous la compétence de la
Cour. La Conférence de révision a permis de mettre en relief le fait que
le crime d’emploi des balles à expansion, tel que reflété dans l’article 8
paragraphe 2 (e) (xv) nouvellement adopté, est engagé uniquement «lorsque
l’auteur utilise les balles pour aggraver inutilement les souffrances ou les
blessures infligées à la personne visée, conformément au droit coutumier
international ». Cette contribution se penche sur la question de savoir
si la Conférence de révision a permis la fermeture d’une controverse
relative à l’utilisation des balles à expansion dans le cadre des opérations
militaires.
Cette contribution explique les chevauchements existant entre le
maintien de l’ordre public et la conduite des hostilités ainsi que le fait
que les opérations conduites par les unités militaires antiterroristes
dans le contexte d’un conflit armé peuvent avoir lieu dans le cadre de
situations qui se chevauchent autant. A Kampala, il semble avoir été
confirmé que l’autorisation d’utiliser ces balles au cours d’un conflit
armé dans certaines situations spécifiques peut aller au-delà de leur
utilisation dans de claires situations de maintien de l’ordre public.
Les auteurs sont d’accord sur le fait qu’il ne faut pas considérer
l’utilisation des armes à expansion dans les conflits armés comme
aggravant inutilement les souffrances et les effets sur les blessures si
cette utilisation permet d’accroître la protection des civils. D’après le
libellé de l’interdiction, il est cependant clair que les balles à expansion
ne constitueront jamais la munition standard des forces armées des Etats,
mais l’utilisation des munitions à expansion devraient être limitée à des
circonstances exceptionnelles qui justifient un modi operandi spécifique
et planifié. Les auteurs finissent par conclure sur des observations variées
concernant le statut de la résolution RC/Res.5 et sur l’interprétation et
l’entrée en vigueur du premier amendement au Statut de Rome.
Samenvatting – Het gebruik van openklappende munitie in militaire operaties: analyse van de Kampala consensus
De eerste herzieningsconferentie van het Internationaal Strafhof keurde
in Kampala de Resolutie RC/Res.5 goed, die artikel 8 van het Statuut van
Rome wijzigt door, onder andere, de oorlogsmisdaad van het gebruik
van openklappende munitie in niet-internationale gewapende conflicten
onder de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof te brengen. De
herzieningsconferentie drukte daarbij uit dat het misdrijf van het
gebruik van openklappende munitie zoals opgenomen in het nieuw
aanvaarde artikel 8, paragraaf 2 (e) (xv) ‘enkel gepleegd is wanneer de
dader de kogels gebruikt om het lijden of verwondende effect op het
doel van dergelijke kogels nodeloos te verergeren, zoals weerspiegeld
in internationaal gewoonterecht’ (vrije vertaling uit het Engels). Deze
bijdrage gaat in op de vraag of de herzieningsconferentie hiermee een
controverse, die bestond inzake het gebruik van openklappende munitie
in militaire operaties, heeft afgesloten.
De bijdrage legt uit dat er overlappingen bestaan tussen rechtshandhaving
(in de betekenis van law enforcement) en het voeren van vijandelijkheden,
en dat operaties gevoerd door militaire counterterrorisme eenheden in de
context van een gewapend conflict in zo’n overlappende situatie kunnen
plaatsvinden. In Kampala lijkt te zijn bevestigd dat de toestemming
om openklappende munitie te gebruiken gedurende een gewapend
conflict in specifieke situaties verder kan gaan dan hun gebruik in pure
rechtshandhavingsituaties. De auteurs zijn van oordeel dat men het
gebruik van een openklappende kogel in een gewapend conflict niet
kan beschouwen als iets dat nodeloos het lijden of het verwondende
effect verergert indien dit gebruik de bescherming van de burgers
verhoogt. Uit de bewoordingen van het verbod blijkt echter duidelijk
dat de kogels nooit de standaardmunitie van overheidsstrijdkrachten
mogen zijn, maar het gebruik van openklappende munitie zou beperkt
zijn tot uitzonderlijke omstandigheden die vooraf geplande specifieke
modi operandi rechtvaardigen. De auteurs concluderen met enkele
vaststellingen over de positie van de Resolutie RC/Res.5 en over de
interpretatie en inwerkingtreding van het Eerste Amendement bij het
Statuut van Rome.
Zusammenfassung – Der Gebrauch von sich ausdehnenden Geschossen in Militäreinsätzen: eine Untersuchung der Ergebnisse von Kampala
Die erste Revisionskonferenz des Internationalen Strafgerichtshof nahm
in Kampala die Resolution RC/Res.5 an, mit der Artikel 8 des Rom-
Statuts dahingehend geändert wurde, dass nunmehr u.a. der Gebrauch
von sich ausdehnenden Geschossen in nicht-internationalen bewaffneten
Konflikten als Kriegsverbrechen in die Zuständigkeit des Gerichtshofes
fällt. Dieses Kriegsverbrechen ist dem neuen Artikel 8 Abs. 2 lit.
e) (xv) zufolge nur verwirklicht, wenn der Täter – im Widerspruch
zum Völkergewohnheitsrecht – ‘die Geschosse dazu verwendet, um
überflüssige Verletzungen oder unnötige Leiden zu verursachen’
(nichtamtliche Übersetzung aus dem Englischen). Der vorliegende
Beitrag beschäftigt sich mit der Frage, ob die Revisionskonferenz hierbei
die Kontroverse des Einsatzes von sich ausdehnenden Geschossen in
Militäreinsätzen beendet hat.
Die Verfasser legen dar, dass es zwischen Zwangsmaßnahmen
zur Rechtsdurchsetzung und dem Führen von Kampfhandlungen
Überschneidungen gibt und dass Einsätze, die im Zusammenhang
mit einem bewaffneten Konflikt von Anti-Terrorismus-Einheiten der
Streitkräfte durchgeführt werden, in einem solchen Überschneidungsfeld
statt finden können. In Kampala wurde scheinbar bestätigt, dass die
Verwendung von sich ausdehnenden Geschossen in einem bewaffneten
Konflikt in gewissen Situationen – anders als im Rahmen von
ausschließlich der Rechtsdurchsetzung dienenden Zwangsmaßnahmen
– erlaubt sein kann. Die Verfasser stimmen damit insoweit überein, als
man die Verwendung von sich ausdehnenden Geschossen in bewaffneten
Konflikten nicht als überflüssige Verletzungen oder unnötige Leiden
verursachend betrachten kann, wenn eine solche Verwendung den
Schutz der Zivilbevölkerung verbessert. Dem Wortlaut des Verbots
zufolge sollen sich ausdehnende Geschosse niemals die Standard-
Munition von Streitkräften sein. Vielmehr soll die Verwendung von
sich ausdehnender Munition auf außergewöhnliche Umstände, die im
Vorfeld geplante bestimmte modi operandi rechtfertigen, beschränkt
sein. Abschließend führen die Verfasser einige Bemerkungen zum Status
der Resolution RC/Res.5 und der Auslegung und des Inkrafttretens der
ersten Abänderung des Rom-Statuts an.
Riassunto – L’utilizzo dei proiettili ad espansione nel contesto delle operazioni militari: un’analisi del consensus di Kampala
I negoziati svoltisi durante la prima Conferenza di revisione dello
Statuto della Corte Penale Internazionale (tenutasi a Kampala) hanno
portato all’adozione di importanti emendamenti in materia. Un passo
importante, ad esempio, è stato compiuto tramite l’adozione della
Risoluzione RC/Res. 5, tramite la quale l’articolo 8 dello Statuto è
stato emendato di modo da includere, inter alia, l’utilizzo dei c.d.
expanding bullets (proiettili che si espandono nel corpo umano)
come fattispecie di crimini di guerra nell’ambito dei conflitti armati a
carattere non-internazionale. A tal riguardo, occorre notare che, ai sensi
dell’articolo 8 par. 2 (e) (xv), l’utilizzo dei proiettili che si espandono
nel corpo umano è definito come crimine di guerra soltanto qualora
questi vengano impiegati allo scopo di ‘arrecare sofferenze inutili o
aggravare le ferite inflitte all’obiettivo colpito da tali proiettili, così
come previsto dal diritto internazionale consuetudinario’ (traduzione
non ufficiale dall’inglese). Il presente elaborato esamina dunque se tale
sviluppo normativo abbia in qualche modo posto fine al dibattito circa
l’impiego degli expanding bullets nell’ambito delle operazioni militari.
Gli autori iniziano la propria analisi evidenziando come nel contesto di
specifiche operazioni militari (ad esempio nel caso in cui siano coivolte
unità anti-terrorismo) sia il diritto relativo al c.d. law enforcement
che il diritto internazionale relativo alla condotta delle ostilità siano
applicabili. Gli autori sottolineano quindi come il recente emendamento
adottato a Kampala, sembri confermare l’interpretazione secondo la
quale l’utilizzo di tali tipologie di proiettili sia legittimo in alcune
circostanze nell’ambito dei conflitti armati e che tale fattispecie possa
travalicare anche le restrizioni applicabili nell’ambito delle operazioni di
law enforcement. Tuttavia, se da un lato gli autori concordano sul fatto
che l’utilizzo di tali proiettili non sia da considerarsi illegittimo qualora
rafforzi la protezione accordata alla popolazione civile, essi al contempo
sottolineano come dalla lettera della nuova norma si deduca chiaramente
che tali proiettili non devono comunque costituire parte delle munizioni
date regolarmente in dotazione alle forze armate governative, essendo
il loro impiego giustificato soltanto in circostanze eccezionali, tali da
giustificare specifici modi operandi. Gli autori concludono quindi la
propria analisi con alcune osservazioni in merito sia allo status della
Risoluzione RC/Res. 5 che all’interpretazione e all’entrata in vigore
del primo emendamento apportato allo Statuto di Roma.
Resumen – Uso de balas expansivas en operaciones militares: examinando el consenso de Kampala
La primera Conferencia de Revisión del Estatuto de Roma de la Corte
Penal Internacional (celebrada en Kampala) adoptó la Resolución RC/
Res. 5, mediante la cual se modificó, entre otros, el art. 8 del Estatuto
en el sentido de ampliar la jurisdicción de la Corte al crimen de guerra
consistente en el empleo de balas expansivas en conflictos armados de
caracter no internacional. La Conferencia de Revisión entendió que
el crimen consistente en el empleo de balas expansivas, tal y como
establece el recien adoptado art. 8, párrafo 2 (e) (xv), ‘se comete
únicamente si el autor emplea las balas para agravar inútilmente el
sufrimiento o el efecto de la herida sobre el objetivo de tales balas, de
acuerdo con el Derecho Consuetudinario Internacional’ (traducción
libre del texto en inglés). El presente artículo incide en la cuestión en
torno a si la Conferencia de Revisión zanjó con esto definitivamente la
polémica relativa al uso de balas expansivas en operaciones militares.
El artículo estudia y explica el solapamiento que existe entre las
operaciones de mantenimiento del orden público y la conducción de
hostilidades, dado que operaciones desarrolladas en el contexto de un
conflicto armado por unidades militares antiterroristas pueden tener
lugar precisamente en esta situación.
En Kampala parece haberse confirmado que la autorización del
uso de balas expansivas en determinadas situaciones de conflicto
armado puede ir mucho más allá de su uso en situaciones de estricto
mantenimiento del orden público. Los autores están de acuerdo en
que el uso de balas expansivas en situaciones de conflicto armado no
debería ser considerado como sinónimo de agravamiento innecesario
del sufrimiento ni del efecto de la herida (sobre la víctima) siempre que
dicho uso sea para afianzar la protección de la población civil. Desde
el punto de vista literal de su prohibición queda claro, no obstante, que
las balas expansivas no debieran ser nunca el tipo de munición estándar
de las fuerzas armadas de los Estados, su uso pues quedaría limitado
a aquellas circunstancias excepcionales que justifican de antemano
un específico modo de proceder. Los autores concluyen con varias
observaciones en torno al estado de la Resolución RC/Res. 5 y a la
interpretación y entrada en vigor de la Primera Enmienda al Estatuto
de Roma.
|
